Langdurige arbeidsongeschiktheid: het komt vaker voor dan je denkt. En voor wie ermee te maken krijgt, kunnen de persoonlijke en financiële gevolgen aanzienlijk zijn. Het is dus zinvol om zo nu en dan stil te staan bij dit toch wel nare onderwerp. Daarom nemen we je in een tweeluik van artikelen mee in de gevolgen en mogelijke oplossingen.
In dit eerste deel zoomen we in op de situatie van werknemers en volgende maand kijken we naar hoe dit precies zit voor zelfstandigen. Ben je nu al nieuwsgierig of zelfs geprikkeld? Aarzel dan niet en bel ons gerust.
First things first
Volgens het in april 2021 gepubliceerde Cijfers en trends-onderzoek van het UWV, krijgen ruim 800.000 Nederlanders een uitkering vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. Dat komt neer op 9% van de werkzame beroepsbevolking.
Maar first things first: wat houdt langdurige arbeidsongeschiktheid eigenlijk in?
Er is sprake van langdurige arbeidsongeschiktheid als iemand in loondienst werkt en langer dan twee jaar ziek is.
Als een werknemer met een vast dienstverband ziek wordt, moet de werkgever de eerste twee ziektejaren minimaal 70% van het loon doorbetalen. In de praktijk is dit in het eerste jaar vaak 100% en in het tweede jaar pas 70%. Als een contract eerder eindigt dan de laatste dag van de tweejaarstermijn, belandt de werknemer per de einddatum van het contract in de Ziektewet (ZW). Binnen de Ziektewet ontvangt de zieke oud-werknemer 70% van het laatstverdiende salaris. Maar let op: als diegene meer verdient dan het maximumdagloon, wordt daarvan 70% uitgekeerd. Per 1 juli 2021 is dit vastgesteld op € 225,57, wat op jaarbasis neerkomt op € 58.873,77 (inclusief vakantiegeld, dertiende maand, etc.). Alles boven dit bedrag wordt niet meegerekend en vervolgens wordt van het maximum 70% uitgekeerd.
Na het eerste ziektejaar wordt bekeken of er eventueel ander werk kan worden gedaan. Als dat het geval is en er met dat vervangende werk minimaal 65% van het eigen, laatste inkomen kan worden verdiend, dan vervalt het recht op de Ziektewetuitkering. In deze situatie daalt het inkomen dan met 35%.
Langer dan twee jaar ziek?
Als iemand langer dan twee jaar ziek blijft, komt diegene wellicht in aanmerking voor een WIA-uitkering (de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen):
- Is iemand blijvend volledig arbeidsongeschikt? Dan ontvangt diegene een IVA-uitkering. IVA staat voor Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten en keert 75% uit van het laatstverdiende of maximumdagloon.
- Is iemand niet blijvend óf gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan ontvangt diegene een WGA-uitkering. WGA staat voor de Wet werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten en keert de eerste twee maanden 75% uit van het laatstverdiende of maximumloon. Vanaf de derde maand wordt dit verlaagd naar 70%. Deze uitkering wordt de WGA-loongerelateerde uitkering genoemd en is afhankelijk van het aantal gewerkte jaren. De WGA-loongerelateerde uitkering duurt maximaal 24 maanden.
- Na afloop van de WGA-loongerelateerde uitkering, wordt gekeken naar wat de werknemer nog verdient, in vergelijking tot wat deze nog kan verdienen:
- Verdient de werknemer meer dan 50% van wat deze nog kan verdienen, dan ontvangt diegene een WGA-loongerelateerde uitkering. Deze bedraagt 70% van het laatstverdiende loon (gemaximeerd tot het maximumdagloon), verminderd met wat de werknemer nog kunt verdienen.
- Verdient de werknemer minder dan 50% van wat deze nog kan verdienen, dan ontvangt diegene een WGA-vervolguitkering. Deze uitkering bedraagt – afhankelijk wat de mate van arbeidsongeschiktheid – tussen de 28% en 70% van het minimumloon.
Let op: een werknemer krijgt alleen een WIA-uitkering als deze ten minste 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard. Als het arbeidsongeschiktheidspercentage dus lager ligt dan 35%, krijgt diegene géén WIA-uitkering.
Twee opties
Bij langdurige arbeidsongeschiktheid ontstaat dus inkomensverlies door het verschil tussen het oorspronkelijke inkomen en de uitkering. Dit verschil noemen we het WIA-hiaat. Er zijn twee manieren om dit hiaat enigszins te dichten. Enerzijds komt de langdurig zieke door het lagere inkomen misschien in aanmerking voor verschillende toeslagen of subsidies. Maar ook al is dit het geval, dan nog is het zeker geen vetpot.
Gelukkig is het bovengenoemde gat af te dekken met de WIA-hiaatverzekering. Verschillende aanbieders gebruiken verschillende namen. Je kan deze verzekering dus ook tegenkomen als WIA-aanvullingsverzekering of WGA-hiaatverzekering.
Zoals we hiervoor hebben behandeld, wordt het recht op een uitkering extra beperkt als een zieke werknemer meer verdient dan het maximumdagloon. In dat geval wordt slechts een percentage van het maximumdagloon uitgekeerd. Met een WIA-excedentverzekering kun je het inkomensverlies afdekken dat ontstaat doordat je bij ziekte niet over je volledige salaris een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt.
Sommige werkgevers sluiten collectieve WIA-hiaatverzekeringen af. Deze dekken het hiaat echter lang niet altijd of volledig af. We begrijpen dat je meer zekerheid zou willen voor als jij in deze situatie belandt. Neem daarom gerust contact met ons op, zodat we samen kunnen kijken naar de mogelijkheden.
Arbeidsongeschiktheid en de hypotheek
Een flinke inkomensdaling kan zorgen voor problemen met het betalen van de hypotheek of huur. Als je daarnaast door een daling van je inkomen in de eerste belastingschijf valt, dan kun je minder profiteren van de hypotheekrenteaftrek. Op die manier worden de netto maandlasten dus hoger.
Ook dit risico is af te dekken met een verzekering. Deze woonlastenverzekering betaalt bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid een (deel van) de woonlasten. Zowel bij de woonlastenverzekering als bij de verschillende WIA-verzekeringen is maatwerk belangrijk. Onze experts bekijken jouw wensen aandachtig en brengen je opties in kaart. Het resultaat? Een volledig bij jouw situatie passend advies. Precies zoals je van onze onafhankelijk adviseurs mag verwachten!