Door de lagere vrijstelling schuiven meer mensen de heffing in: zo’n 2,6 miljoen in plaats van 2,3 nu. Daarbij hanteert de fiscus een nieuwe methode voor het box 3-rendement: naast de ontwikkeling van de huizenprijzen telt in 2026 ook een bruto economische huurwaarde mee van 3,35% van de WOZ. Zo stijgt het forfait naar 7,78%.
Wel blijft de tegenbewijsregeling van kracht: toon je aan dat je werkelijke rendement lager was dan het forfait, dan wordt dat lagere bedrag belast. En voor particuliere verhuurders komt daar nog wat bij: komt de berekende woningwaarde volgens het ‘leegwaarde-ratio’ uit op 10% of meer boven de waarde in het economisch verkeer, dan mag je die voortaan opvoeren. Een van onze klanten verhuurt momenteel een appartementje met een WOZ-waarde van €220.000. De leegwaarde zou volgens de ‘ratio’ uitkomen op €198.000 (90%), maar een taxatie ‘in verhuurde staat’ kwam niet verder dan €175.000. Dat drukt de box 3-grondslag behoorlijk.
Beleg je groen? Let dan op: de huidige royale vrijstelling in box 3 van € 26.312 p.p. blijft in 2026 bestaan, zelfs geïndexeerd, met 0,1% heffingskorting over het vrijgestelde bedrag. In 2027 vervalt het voordeel praktisch omdat de vrijstelling daalt naar €200 p.p. En per 1 januari 2028 verdwijnen de vrijstelling én heffingskorting helemaal. Dus wie in 2026 nog instapt of bijstuurt, pakt het resterende voordeel mee, terwijl jouw keuze vanaf 2027 draait om rendement, risico en impact.
Het kabinet maakt trouwens korte metten met fiscale mazen die sommige beleggers eerder benutten. Aandelen omzetten in obligaties kon voordelig zijn, maar het ‘papieren verlies’ daarbij wordt nu beperkt: het tegenbewijs moet nu rekening houden met de aangegroeide rente — voor alle transacties vanaf 25 augustus 2025, 16.00u.
Slim meebewegen met box 3? We rekenen jouw opties door en maken een helder plan. Neem gerust vrijblijvend contact op.